Omgeving




Het leefgebied van een eiland bestaat uit een reeks koude habitats in voornamelijk de noordelijke regio's van de wereld met seizoensgebonden sneeuwbedekking. De eland vestigt zich in gebieden met gematigde bosbiomen en taiga (koud, vochtig en uitgestrekt naaldwoud bioom). De bostypes waar de eland zich in bevindt zijn de boreale, breedbladige en gemengde bostypes. De eland geeft binnen deze bossen de voorkeur aan het vroege successiestadium. Binnen dit stadium is er voedsel in overvloed aanwezig als gevolg van verstoringen als brand, houtkap, overstromingen of gletsjers. Deze verstoringen zorgen ervoor dat het voedsel voor elanden in kwantiteit en kwaliteit aanzienlijk wordt verhoogd. Dit heeft als effect dat ook de dichtheid van de elanden aanzienlijk groeit.






Water




Buiten de beboste gebieden waar de eland zich graag in bevindt, zoeken zij ook naar gebieden in de buurt van water. Het water mag in de vorm van meren, moerassen, vijvers of rivieren aanwezig zijn, als er maar een goede concentratie van het favoriete voedsel van de eland aanwezig is. Elanden hebben een voorkeur voor ondiep water, ondanks dat het goede zwemmers zijn. Ze kiezen voor het ondiepe water doordat wolven relatief grote poten hebben en zij dus ook erg goed kunnen zwemmen.


Temperatuur




Elanden kunnen niet goed zweten vanwege hun grote lichaam. Hierdoor kunnen elanden langere periodes waarbij het meer dan 27 graden Celsius is niet goed verdragen. Dit is waarschijnlijk ook een van de hoofdoorzaken waarom de eland zich niet zuidelijker verspreidt. Verder kunnen elanden zich ook niet goed vestigen in gebieden waar er meer dan 70 cm sneeuw ligt gedurende langere periodes. In deze gebieden is er vaak niet voldoende voeding aanwezig voor de elanden om zich hier te vestigen en te overleven. Dit is de waarschijnlijke reden waarom de eland zich niet noordelijker verspreidt.


Ruimte




Buiten de temperatuur, sneeuwval en voeding van de eland, hebben zij ook voldoende ruimte nodig. De grootte van het leefgebied dat 1 eland nodig heeft, varieert van ca. 400-500 ha in de zomer en 100-200 ha in de winter. Jonge elanden bezetten tijdens het eerste jaar dat zij leven hetzelfde leefgebied als hun moeder. Vanaf dat de jonge elanden twee jaar worden, zullen zij hun eigen leefgebied nodig hebben. Over het algemeen hebben mannelijke elanden meer ruimte nodig dan de vrouwelijke elanden. Ook zijn er elanden die seizoensgebonden migreren, dit heeft ook effect op de ruimte die zij in hun leefgebied nodig hebben.




Afweging van de omgeving




Al met al tonen studies aan dat elanden tijdens het kiezen van een geschikte leefomgeving voornamelijk een afweging maken tussen de aanwezigheid van voldoende voer en bescherming tegen roofdieren. Deze afweging varieert met de reproductieve status van de elanden. Doordat de beschikbaarheid van voldoende voedsel en dekking gedurende het jaar varieert tussen seizoenen en habitats, veranderd de voorkeur van habitat voor de eland ook gedurende het jaar.


Verder is het ook gebleken dat gedurende de perioden waar er een hoog waargenomen predatierisico is, elanden voedsel inruilden voor dekking. Doordat de eland bijvoorbeeld gebieden vermeed die door wolvenroedels gebruikt werden, concentreerden zij zich in gebieden waar de sneeuwcondities hard waren. Dit was erg nadelig voor de eland en om dat nadelige effect tegen te gaan wisselen elanden op landschapsschaal sterk af tussen habitats waar voldoende voedsel aanwezig is en habitats die beschutting tegen de sneeuw bieden. Op momenten dat de eland wel gehinderd wordt door diepe sneeuw, keren zij terug naar dichte naaldbomen om hun lagere hurken en de kwetsbare liesstreek te beschermen tegen aanvallen van wolven.


Dieet eigenschappen




De naam eland vindt zijn oorsprong uit de Indiaanse stam de Alonquins. In hun taal betekend deze naam ”takjeseter”, wat erg van toepassing is.



Winter

Elanden eten namelijk in de winter vooral stengels en twijgen van houtige planten.

Zomer

's Zomers eten zij voornamelijk de scheuten en bladeren van bladverliezende planten.

Waterplanten

In de zomer nuttigen elanden ook waterplanten. Dit is doordat in sommige gebieden waterplanten in overvloed aanwezig zijn en deze ook verteerbaar zijn.




Het lijkt erop dat de grote, gevoelige, mobiele snuit van de eland een gespecialiseerd voedingsorgaan is waarmee elanden in ondiepe meren en beken de grote hoeveelheden ondergedompelde watervegetatie kunnen exploreren. Tijdens het voeren kunnen elanden tot 50 seconden onder water blijven. Ze kunnen ook duiken, zelfs kalveren zijn uitstekende zwemmers. Verder houden elanden ook van minerale likstenen.


In Polen bestond het dieet van een eland maar liefs voor 87% uit bomen en struiken. De belangrijkste voedingssoort is hierbij de dennensoort (Pinus silvestris). Deze soort is goed voor veeleer 52% van hun dieet.


Een volwassen volgroeide eland heeft per dag ongeveer 20 kilo voeding nodig.



Klik op de knop hieronder om naar een infographic te gaan voor meer informatie!





Natuurlijke vijanden




Elanden hebben meerdere natuurlijke vijanden. Poema's, wolven en bruine, grizzly en zwarte beren zijn belangrijke roofdieren van de eland. Amoer-tijgers en coyotes zijn in mindere mate een gevaar voor de eland. De aanwezigheid van roofdieren kunnen een grote impact hebben op elandpopulaties. Het kan zelfs zo'n grote impact hebben dat het de populatiegroei kan vertragen waardoor de populatiegrootte onder de draagkracht van het leefgebied wordt gehouden. Het wordt nog betwist of roofdieren een elandpopulatie kunnen reguleren en het dus op een evenwichtspunt kunnen behouden. Hoewel predatie door beren en wolven de zieken verwijderd uit een populatie, kunnen zij ook gezonde kalveren ernstig uitputten, zelfs wanneer de moeders hun jong pittig verdedigen.





De predatie op elanden door beren is over het algemeen het hoogst in het lenteseizoen, wanneer de kalveren van de elanden het meest kwetsbaar zijn. Wolven daarentegen vallen het meest de eland aan tijdens de winter. Gedurende dit seizoen zijn de sneeuwdiepten zo hoog dat het de bewegingen van de elanden belemmerd. Elanden vallen de wolven dan aan door ze te slaan met hun voorpoten en te schoppen met hun achterpoten. Deze slagen zijn krachtig genoeg om wolven te doden.


Elanden verdedigen zichzelf en hun jongen ook agressief met hun grote gewei en scherpe hoeven.


De eland met de mens




De eland kan goed gehouden worden in openbare natuurgebieden, maar het beheer hiervan vraagt wel om goede kennis van de eland van de beheerder. Begrip en handigheid zijn zeer belangrijk, omdat elanden nogal eenkennig kunnen zijn en zelfs op momenten riskant tot gevaarlijk gedrag kan tonen jegens de mens. De eland is heeft veel kracht en zal zich verdedigen indien hij zich bedreigd voelt. Een trap van een eland kan erg gevaarlijk zijn. Al met al blijven het wilde dieren die voor andere zoogdiersoorten geen bijzonder ontzag tonen. Bij het houden van elanden binnen een openbaar natuurgebied is het dus altijd raadzaam om voorzichtig te zijn.


Hoewel elanden dus knorrig en eenkennig kunnen zijn, is het niet nodig om uit angst af te zien van de komst van elanden. De meeste elanden zijn namelijk redelijk tam en komen zelfs uit een emmer brokken eten bij beheerders van het natuurgebied. Er is zelfs een gebied in Rusland waar elanden worden gehouden om dagelijks gemolken te worden. Dit is wel ene gebied in Rusland waar dit gebruik al decennialang wordt uitgevoerd. Door de tijd heen kan een groep in hechtenis groeien en beter wennen aan de situatie. Er is hier dus wel sprake van hoogstandje van de beheerder om zo ver te komen en zoals benoemd is kennis en verstand hier het belangrijkste.





Nu bekend is waar de ideale leefgebieden van de eland aan moeten voldoen, kan er ingegaan worden op waar de eland dan zou kunnen leven in het Duitse gedeelte van de Oder-Randowdelta. Het is gebleken dat elanden tijdens het kiezen van een geschikte leefomgeving voornamelijk een afweging maken tussen de aanwezigheid van voldoende voer en bescherming tegen roofdieren. De aanwezigheid van voldoende voer als bescherming tegen roofdieren zijn dus beide erg belangrijk. Water is ook nodig voor de eland om te overleven, ze moeten natuurlijk drinken en kunnen waterplanten als voedsel gebruiken.


Voor dit onderzoek is er een analyse uitgevoerd waar we de drie bovengenoemde criteria (aanwezigheid van voedsel, beschutting en water) aan elkaar worden gekoppeld met een bepaalde weging. Doordat de aanwezigheid van voedsel en water de belangrijkste factoren zijn voor de eland, wegen deze twee criteria even zwaar (40%) en dubbel zo zwaar dan het criteria water (20%).


De onderstaande kaart geeft de resultaten van deze analyse weer. Op de kaart kan ingezoomd en gesleept worden naar het gewenste gebied. De kaartlagen kunnen individueel en gezamenlijk aan- en uitgezet worden.







Temperatuur


De ideale temperatuur van de eland is niet meegenomen in de analyse voor mogelijke leefgebieden. Over het algemeen voldoet de Oder-Randowdelta aan de criteria van de eland, maar door het veranderende klimaat moet hier per jaar naar gekeken worden. Wanneer temperatuur in de toekomst wel meegenomen zou worden, zal hier eerst een andere analyse over moeten worden uitgevoerd zodat goed in beeld wordt gebracht wat de temperatuur in de loop van de jaren zal zijn.


Ruimte


Ook de ruimte is niet meegenomen in de analyse, maar hier kan juist naar gekeken worden nu de analyse af is! Doordat de kaart de mogelijke leefgebieden toont, kan er nu gekeken worden naar de ruimte die de eland nodig heeft. Dit bedraagt zo'n 400-500 ha in de zomer en 100-200 ha in de winter. De kaart toont dat hier op meerdere locaties in het Duitse gedeelte van de Oder-Randowdelta aan kan worden voldoen.


Natuurlijke vijanden


Verder zijn de natuurlijke vijanden van de eland ook niet meegenomen in de analyse voor mogelijke leefgebieden. Dit komt enerzijds omdat de aanwezigheid van natuurlijke vijanden niet per se hoeft te betekenen dat de eland er niet kan overleven en anderzijds doordat alleen de wolf als natuurlijke vijand leeft in de Oder-Randowdelta. De andere natuurlijke vijanden leven niet in de regio en zullen dus geen bedreiging vormen.


Afstand tot de mens


Als laatste is ook de afstand tot de mens niet meegenomen in de analyse voor mogelijke leefgebieden. Uit het onderzoek is gebleken dat de eland goed gehouden kan worden in openbare natuurgebieden, maar het beheer hiervan wel om goede kennis vraagt over de eland van de beheerder. De afstand tot de mens hoeft dus geen criteria te zijn voor de ideale leefgebieden. Later wordt hier wel nog naar gekeken om de mogelijkheden van ecotoerisme te bepalen.




De kaart toont dat er redelijk wat gebieden voldoen aan de genoemde drie criteria. Dit is positief, want het uiteindelijke doel is natuurlijk het introduceren van de eland in het Duitse gedeelte van de Oder-Randowdelta. Ook is er een mooie verspreiding van waar de eland zou kunnen overleven, dit kan betekenen dat de eland op meerdere locaties geïntroduceerd kan worden en dus op meerdere locaties voor ecotoerisme kan zorgen!


De ideale temperatuur van de eland is niet meegenomen in de analyse voor mogelijke leefgebieden. Over het algemeen voldoet de Oder-Randowdelta aan de criteria van de eland, maar door het veranderende klimaat moet hier per jaar naar gekeken worden. Wanneer temperatuur in de toekomst wel meegenomen zou worden, zal hier eerst een andere analyse over moeten worden uitgevoerd zodat goed in beeld wordt gebracht wat de temperatuur in de loop van de jaren zal zijn.


Ook de ruimte is niet meegenomen in de analyse, maar hier kan juist naar gekeken worden nu de analyse af is! Doordat de kaart de mogelijke leefgebieden toont, kan er nu gekeken worden naar de ruimte die de eland nodig heeft. Dit bedraagt zo'n 400-500 ha in de zomer en 100-200 ha in de winter. De kaart toont dat hier op meerdere locaties in het Duitse gedeelte van de Oder-Randowdelta aan kan worden voldoen.


Verder zijn de natuurlijke vijanden van de eland ook niet meegenomen in de analyse voor mogelijke leefgebieden. Dit komt enerzijds omdat de aanwezigeheid van natuurlijke vijanden niet per se hoeft te betekenen dat de eland er niet kan overleven en anderzijds doordat alleen de wolf als natuurlijke vijand leeft in de Oder-Randowdelta. De andere natuurlijke vijanden leven niet in de regio en zullen dus sowieso geen bedreiging vormen.


Als laatste is ook de afstand tot de mens niet meegenomen in de analyse voor mogelijke leefgebieden. Uit het onderzoek is gebleken dat de eland goed gehouden kan worden in openbare natuurgebieden, maar het beheer hiervan wel om goede kennis vraagt over de eland van de beheerder. De afstand tot de mens hoeft dus geen criteria te zijn voor de ideale leefgebieden. Later wordt hier wel nog naar gekeken om de mogelijkheden van ecotoerisme te bepalen.



In de Oderdelta wordt door Duitsland en Polen verschillend omgegaan met de toeristische mogelijkheden.


Situatie in Polen




In Polen is de Oderdelta pas later dan in Duitsland een nationaal park geworden, maar Polen heeft wel succesvoller gebruik van het gebied gemaakt als bron voor toerisme. Al voordat het gebied een nationaal park was waren er al vaartochten voor mensen die graag de zeearend wilden zien. Sinds het een nationaal park is neemt het aantal toeristen alleen maar toe.

Het beheer van het park wil wel graag dat het aantal toeristen per jaar onder de 10.000 blijft, zodat de bezoekers geen grote negatieve impact op de ecologie hebben. Het nationale park was het eerste nationale park in Polen wat niet werd beheerd door de regering, dat heeft ervoor gezorgd dat de natuur zo kon worden ontwikkeld als experts wilden.




In het Poolse gedeelte van de Oderdelta komen veel dieren voor die in andere landen weinig voorkomen, zoals de zeearend en de eland. Veel toeristen vinden het daarom erg interessant om dit gebied een bezoek te brengen. In Polen worden bijvoorbeeld vaartochten georganiseerd, waarbij de zeearenden worden gelokt en mensen ze van dichtbij kunnen bekijken. Daarnaast zijn er safari‘s door het gebied waar landdieren, zoals: de bizon, de eland en wilde paarden kunnen worden gespot. Voor mensen die meer geïnteresseerd zijn in planten zijn er ook tochten. Naast deze meest populaire toeristische tochten zijn er ook tochten voor mensen die liever kleinere dieren willen zien. De bever en otter komen ook veel voor in de Oderdelta, daarom is daarvoor net als voor andere vogels naast de zeearend ook een speciale tocht. Tot slot zijn er ook veel uitkijkpunten voor mensen die zelf op pad willen.


Situatie in Duitsland





Dat Polen succesvoller is met toerisme betekent niet dat er in Duitsland geen toeristische activiteiten worden georganiseerd, er vinden zelfs redelijk veel kleinere toeristische activiteiten plaats. De meeste van die activiteiten worden georganiseerd door de toeristenvereniging van ‘Nationalpark Unteres Odertal‘.

Een aantal van de activiteiten staan hieronder:


  • Er zijn rondleidingen door een aantal gedeeltes van het gebied.
  • Er zijn veel wandeltochten waarbij bijvoorbeeld vogels of bloemen kunnen worden gezien.
  • Workshops over zelf wol maken.
  • Workshops over hoe dieren met elkaar communiceren.
  • Yoga in de natuur.
  • Wandelingen in de vroege ochtend.
  • Tocht voor het ontdekken van vruchten en planten.
  • Kanotocht door de natuur om bevers te spotten.





  • Verschillen tussen Duitsland en Polen




    Het eerste grote verschil tussen het toerisme in het Duitse en Poolse gebied van de Oderdelta is de schaalgrootte van de toeristische attracties. In Duitsland is het toerisme vooral gericht op mensen uit de omgeving, terwijl het toerisme in Polen juist meer gericht is op mensen die er naartoe komen voor meerdere dagen als vakantie.


    In de middag yoga doen of in een ochtend een kleine wandeling maken is leuk voor mensen die daarin geïnteresseerd zijn, maar is niet aantrekkelijk voor mensen die daar speciaal voor naar een plek toe gaan. In Polen worden grote tochten georganiseerd die niet zomaar ergens anders kunnen worden gedaan en daarom is het voor toeristen verleidelijk om naar deze plek toe te gaan.


    Het tweede grote verschil zijn de verschillen in de natuur. De rivier de Oder is de plek waar veel dieren komen die toeristen interessant vinden. De rivier ligt volledig in Polen, daardoor zijn bijna alle boottochten in Polen en die boottochten zijn een van de grootste toeristentrekkers. Verder komen sommige andere dieren voornamelijk in Polen voor en niet in Duitsland, bijvoorbeeld de eland. De eland komt vanuit oost Polen steeds verder naar het westen en wordt nu al regelmatig gezien in de Oderdelta, het dier komt alleen nog niet voor in Duitsland.


    Mogelijkheden voor verbetering in Duitsland




    Als Duitse natuurorganisaties andere activiteiten zou gaan organiseren zijn er mogelijkheden om het toerisme te verbeteren. Op dit moment zijn de activiteiten erg kleinschalig en daardoor worden weinig toeristen van buiten de omgeving getrokken.


    De schaalgrootte van het toerisme hangt ook samen met de natuur in het Duitse gedeelte van de Oderdelta, omdat er minder speciale dieren zijn dan in het Poolse gedeelte gaan mensen liever naar Polen. Als de natuur in Duitsland lichtelijk wordt aangepast, zodat deze dieren ook in het Duitse gedeelte kunnen gaan leven, is het mogelijk dat het toerisme zou gaan toenemen. Als deze dieren er leven kunnen er ook in Duitsland safari‘s worden gehouden of boottochten, waardoor er dus meer toeristen komen.